Champagnehuizen bezoeken in Epernay

Een bezoek aan Epernay kon tijdens onze trip naar Reims uiteraard niet ontbreken! Epernay is kleiner dan Reims, maar staat nog veel meer in het teken van champagne. Victor Hugo zei in 1838: “Epernay est la ville du vin de champagne, rien de plus, rien de moins” en dat is tot op de dag van vandaag nog steeds zo.
In 1729 begon Nicolas Ruinart het eerste champagnehuis in Epernay. In 1743 vestigde Moët & Chandon zich in de Rue du Commerce, gevolgd door vele anderen. In februari 1925 werd de naam van deze prestigieuze laan veranderd naar de huidige Avenue de Champagne.

Nadat we de wagen geparkeerd hadden op de betalende bovengrondse Parking Charles de Gaulle, moesten we maar de hoek omgaan en we stonden al op de legendarische Avenue de Champagne. Van september 2006 tot juni 2009 werd deze laan gerenoveerd en werd het voetpad breder gemaakt zodat de toeristen er comfortabel kunnen flaneren. In 1994 werd de Avenue de Champagne opgenomen in de lijst “100 sites remarquables du goût” van Frankrijk. Onder het straatniveau vind je meer dan 100 kilometer gangen, uitgehouwen in krijtrotsen, waar miljoenen flessen champagne liggen te rijpen. Sommige daarvan kunnen bezocht worden, wat wij uiteraard gedaan hebben!

Moët & Chandon, het paradepaardje van Epernay, is het grootste champagnehuis met een jaarlijkse productie van meer dan 2.000.000 flessen. Voor 24 euro kregen we een rondleiding en mochten we daarna nog een glas champagne proeven.

De gangen zijn tot 30 km diep en 28 km lang. Het champagnehuis bezit zelf 600 hectare aan wijngaarden, maar moet toch nog 75% van de druiven die nodig zijn voor hun champagneproductie aankopen bij lokale boeren. Een team van zes oenologen streeft er ieder jaar weer naar om dezelfde stijl/smaak te bereiken door het mengen of assembleren van de stille wijnen. Het ganse proces van druif tot champagne werd ons ook hier uitvoerig verteld.

De Moët & Chandon Brut Impérial is hun goedkoopste en tevens meest verkochte champagne. Het is een harmonieuze combinatie van de drie gebruikte druivensoorten (pinot noir, pinot meunier en chardonnay), aangevuld met vins de réserve (uit een vorig oogstjaar). De Moët & Chandon Brut Impérial Millésimé (of Vintage) bevat druiven uit 1 oogstjaar. Verder is er nog de Moët & Chandon Premier Cru en de Cuvée Dom Pérignon, die bestaat sinds 1936. Dom Pérignon (1638-1715) was een Benedictijnse monnik van de abdij van Hautvillers die erin slaagde om van stille of niet-mousserende wijn de sprankelende champagne te maken. Deze abdij is eigendom van Moët & Chandon.

Bij Mercier kostte de tour inclusief een glas champagne 16 euro. Bij het binnenkomen valt het enorme wijnvat in de inkomhal meteen op. Het weegt 34 ton en kan de inhoud van 215.000 champagneflessen bevatten. Het wijnvat werd gemaakt voor de Wereldtentoonstelling in Parijs van 1889.

De rondleiding gebeurde aan de hand van een audiogids in het Nederlands.  Eerst kregen we een korte film over hoe het allemaal begon: oprichter Eugène Mercier begon in 1871 met het graven van 18 kilometer lange kelders wat zes jaar in beslag nam. Vanaf de opening van het champagnehuis was het publiek welkom. Gezellig samen zijn en genieten waren belangrijk! Al in 1890 werd in reisgidsen aangekondigd dat je de kelders van Mercier kon bezoeken – Eugène Mercier was qua marketing dus ver voor op zijn tijd!

De afdaling naar de kelders gebeurt met een panoramische lift, het bezoek aan de kelders met een infrarood gestuurd treintje. Het bezoek is vanwege de lift en het treintje specialer, de uitleg evenwel minder interessant en simpelweg minder volledig. Het proeven van hun champagne viel mij enorm tegen.Ik vond hem absoluut niet lekker. Een tweede glas rosé, dat we nog (gratis!) aangeboden kregen, was een beetje beter maar kwam ver achter de Moët & Chandon die ik proefde in de voormiddag.

onze eerste dag in Reims
onze tweede dag in Verzenay