Zoals jullie hier reeds konden lezen, ben ik onlangs naar Cyprus geweest. Het eiland heeft in de loop van de geschiedenis verschillende heersers gekend en was een belangrijk handelsknooppunt tussen Europa, het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Vandaar dat er heel wat cultuur te spotten is. We bezochten diverse Grieks-Orthodoxe kerken, kloosters, musea en archeologische sites en hebben tijdens onze reis heel veel gezien, maar uiteraard heb ik een keuze moeten maken.
In 1974 scheidde het noordelijk deel van Cyprus zich af en sindsdien wordt het land in twee verdeeld door de “Green Line”, ook gekend als de VN bufferzone. Deze loopt over de hele breedte van het eiland en wordt nog steeds bewaakt door militairen van de Verenigde Naties. Op sommige plaatsen is ze enkele meters breed, op andere enkele kilometers. Onze gids vertelde dat ze in 1974, onder de Turkse bezetting, als 4-jarige kleuter met haar ouders hun huis in het noorden van het land moesten verlaten en te voet naar het zuiden vluchten, waar ze nu nog steeds verblijven. Tot op heden is er duidelijk spanning voelbaar tussen de Grieks-Cyprioten uit het zuiden en de Turks-Cyprioten in het noorden. Je kan de grens sinds enkele jaren wel op een aantal plaatsen oversteken, maar zowel de Grieks-Cyprioten als de Turks-Cyprioten controleren telkens de paspoorten. In Nicosia staken we de grens te voet over, op twee andere plaatsen met de bus en iedere keer was er een grondige controle en mocht je geen foto’s maken. Op de bus kwam ook een “stille” gids aan boord die gewoon aanwezig moest zijn terwijl onze gids verder de uitleg deed.
Nicosia (of Lefkosia zoals het daar genoemd wordt) is de laatste verdeelde hoofdstad in Europa. De “Green Line” loopt dwars door het oude centrum. Het is opvallend hoe verschillend de twee stadsdelen zijn: enerzijds welstellend en modern westers in het zuiden en anderzijds armer en traditioneler Islamitisch in het noorden. Zo vind je boven de Ledra – of de grote winkelstraat in het Grieks-Cypriotische gedeelte met winkelketens die je ook bij ons aantreft – grote driehoekige zeilen die je beschermen tegen de zon. Eens de grens over, loop je in het Turks-Cypriotische deel in de blakende zon langs kleine charmante maar rommelige winkeltjes. We bezochten in Nicosia het archeologisch museum (linkse foto’s) en the Büyük Han (rechtse foto’s), een oude karavanserai. Deze herberg, gebouwd in 1572, is het oudste Turkse gebouw op het eiland en wordt tevens gezien als één van de mooiste gebouwen van Cyprus.
Bellapais is dan weer zonder twijfel één van de mooiste dorpen in Cyprus. Wij bezochten er de ruïnes van een gotische abdij die dateren uit de 13e eeuw. De naam Bellapais zou afkomstig zijn van het Franse “Abbaye de la Paix” omdat de monniken uit Jeruzalem moesten vluchten. In het verleden werd het ook wel de “Witte Abdij” genoemd vanwege de witte habijten die gedragen werden.
Bellapais vond ik samen met Kykkos (waarover later meer) de mooiste plaatsen die we bezochten.